Waarom je niet naar de dierentuin zou moeten gaan
Veel mensen vinden het leuk om een dierentuin te bezoeken en denken vaak dat er met dierentuinen niks mis is. Hoewel dierentuinen eerst begonnen als menagerieën van koningen en vroeger vaak niet bepaald diervriendelijk waren, zijn er sindsdien veel dingen verbeterd. Vandaag de dag moeten dierentuinen aan bepaalde eisen voldoen. Daarnaast zijn dierentuinen er niet meer alleen om dieren tentoon te stellen. Ze moeten zich tegenwoordig ook inzetten voor het behoud van diersoorten, wat vaak gepaard gaat met bijvoorbeeld fokprogramma’s en onderzoek.
Nuttig?
De vraag is natuurlijk of dierentuinen nuttig bezig zijn. Het is erg lastig en duur om dieren weer in het wild uit te zetten, waardoor dit maar weinig gebeurt. Daarnaast verdwijnt het habitat van veel dieren waardoor uitzetten helemaal niet meer mogelijk is. Fokprogramma’s dienen dus vooral om de dierentuin van dieren te voorzien om publiek mee te trekken en om het diersoort in leven te houden. Er zijn echter biologen die dit soort fokprogramma’s een slechte zaak vinden. Zij vinden dat we beter geld zouden kunnen investeren in het behoud van natuur in plaats van door te gaan met vernietiging en te doen alsof dat niet erg is omdat een paar exemplaren van bepaalde dieren wel zullen overleven in dierentuinen.
Het behouden en beschermen van diersoorten lijkt niet echt een belangrijke missie van dierentuinen te zijn. Minder dan 25 procent van de dieren in dierentuinen worden met uitsterven bedreigd. De overige dieren worden dus niet met uitsterven bedreigd en worden dus alleen in dierentuinen gehouden om het publiek te vermaken. Daarnaast is 85 procent van de bedreigde dieren niet vertegenwoordigd in dierentuinen wereldwijd. Van de bedreigde amfibieën is dit zelfs 97 procent en bedreigde insecten worden bijna helemaal niet gehouden. Als het behouden van bedreigde diersoorten het doel van dierentuinen was dan zou het logisch zijn als juist deze diersoorten gehouden werden. Het aantal bedreigde diersoorten in dierentuinen steeg de laatste jaren wel, maar vooral omdat dieren die dierentuinen al lange tijd hielden in het wild langzaam uitsterven en dus bedreigde diersoorten zijn geworden.
Zelfs voor diersoorten die wel bedreigd worden is een dierentuin geen ideale oplossing. Er worden vaak maar een paar exemplaren van elk diersoort gehouden waardoor het lastig is om op de lange termijn deze diersoorten gezond in stand te houden. Verschillende onderzoekers concluderen daarom dat dierentuinen niet noemenswaardig bijdragen aan het behoud van diersoorten.
Daarnaast dragen dierentuinen bij aan onderzoek naar diersoorten, zowel in de dierentuinen zelf als in het wild. Hier wordt echt maar een paar procent van hun totale omzet voor gebruikt. In Nederland gaat het dan vaak om een paar honderdduizend euro per dierentuin. Het overgrote deel van het geld gaat naar het behoud van de dierentuinen zelf. Een laatste functie van dierentuinen is nog educatie. Helaas gaan de meeste mensen alleen naar de dierentuin voor vermaak en lezen maar weinig mensen de bordjes. Kennistesten onder bezoekers hebben laten zien dat mensen vaak niks tot weinig leren van hun bezoek.
Diervriendelijk?
Het is lastig om te zeggen hoe het voor een dier is om in een dierentuin te wonen. Duidelijk is wel dat sommige diersoorten het beter doen in dierentuinen dan anderen.Gedacht wordt dat ruimte een belangrijke factor is voor het geluk en welzijn van dieren. Dieren in de dierentuin zijn soms van nature gewend aan een leefgebied van honderden of soms zelfs duizenden vierkante kilometers. Onderzoek heeft laten zien dat vooral dieren die van nature veel ruimte hebben in gevangenschap vaak vreemd gedrag gaan vertonen. Zelfs als het niet meer noodzakelijk is om vele kilometers af te leggen om voedsel te vinden dan blijven deze dieren toch de noodzaak voelen om dit soort gedrag te vertonen en raken snel gefrustreerd in kleine ruimtes. Daarnaast zijn sociale contacten ook belangrijk voor veel dieren en spelen waarschijnlijk een belangrijke rol in het geluk van individuele dieren.
Sommige diersoorten laten duidelijk tekenen zien dat het leven in gevangenschap niet bij hen past. Ze krijgen bijvoorbeeld voortplantingsproblemen en vertonen vreemd gedrag zoals ‘ijsberen’ en andere repetitieve bewegingen of ze beginnen zichzelf overdadig te wassen, bijten of krabben. Volgens verschillende biologen zijn dieren die dit soort gedrag vertonen ongelukkig en hebben ze last van stress. Daarnaast is het leven in gevangenschap lang niet altijd bevorderlijk voor de gezondheid van de dieren. Uit een onderzoek van olifanten in het Verenigd Koninkrijk bleek dat 75 procent van de olifanten daar overgewicht had en minder dan één op de vijf normaal kon lopen. Dit is veroorzaakt omdat de olifanten in gevangenschap gewoon te weinig lopen en bewegen. Ook leven wilde olifanten gemiddeld drie keer zo lang als hun soortgenoten in gevangenschap en ook andere diersoorten worden vaak minder oud in dierentuinen dan in het wild. Niet bepaald diervriendelijke omstandigheden dus.
En dat zijn dan de omstandigheden als alles goed gaat. In Engeland zijn er al meerdere keren undercover filmpjes naar buiten gebracht door de Captive Animals’ Protection Society. Die beelden lieten zien dat er achter de schermen vaak dingen gebeuren die helemaal niet mogen. Dieren die verwaarloosd worden, geen behandeling krijgen voor hun ziekte of wonden en zelfs een extreem geval waar er in een hok gewoon dode dieren weg lagen te rotten.
Surplusdieren
Voortplanting is erg belangrijk in dierentuinen. Niet alleen om diersoorten in stand te houden, maar ook omdat dat men dieren zo’n belangrijk onderdeel van hun leven niet wil ontnemen. Anticonceptie wordt soms gebruikt, maar daar kleven ook risico’s aan en na langer gebruik is het vaak niet langer mogelijk voor dieren om zich nog voort te planten. Doordat voortplanting dus vaak toegestaan of zelfs gestimuleerd wordt komen er elk jaar veel nieuwe dieren bij. Omdat de meeste dierentuinen daar geen ruimte voor hebben worden dieren dan vaak gedood om te zorgen dat de overige dieren nog genoeg ruimte hebben. Soms gaat het om oudere dieren, soms de jonge pasgeboren diertjes. De Europese dierentuinenvereniging schat dat er in Europa elk jaar een paar duizend van dit soort surplusdieren gedood worden. In 2014 was er een hoop commotie rond het doden van de jonge giraf Marius in Denemarken, die vervolgens aan andere dieren werd gevoerd. Toevallig kwam dit dier in het nieuws, maar de meeste surplus dieren ‘verdwijnen’ gewoon onopgemerkt. Eigenlijk is het een heel raar idee dat we zelfs hele intelligente dieren zoals mensapen gewoon doden, alleen omdat er geen ruimte voor ze is.
Terwijl er dieren gedood worden omdat er niet genoeg ruimte is zijn er ook dieren die uit het wild worden gehaald om de rest van hun leven in gevangenschap door te brengen. Hoewel de meeste dierentuinen tegenwoordig zelfvoorzienend zijn of onderling dieren uitwisselen gebeurt dit nog steeds. Vooral zeedieren worden vaak nog steeds gevangen voor dierentuinen.
Het is dus wel duidelijk dat dierentuinen niet bepaald diervriendelijk zijn en eigenlijk ook geen nut hebben. Er zijn veel betere manieren om wilde dieren te helpen en te voorkomen dat diersoorten uitsterven. Ga dus de volgende keer niet naar de dierentuin, maar besteed je geld op een manier waarbij het de dieren ten goede komt.
Sources:
Clubb, Ros & Mason, Georgia (2003). “Animal Welfare: Captivity Effects on Wide-Ranging Carnivores”. Nature, 425, pp. 473-474.
Clubb, Ros; Rowcliffe, Marcus; Lee, Phyllis; Mar, Khyne; Moss, Cynthia & Mason, Georgia (2009). “Compromised Survivorship in Zoo Elephants”. Science, 322
Conde, Dalia A.; Colchero, Fernando; Gusset, Markus; Pearce-Kelly, Paul; Byers, Onnie; Flesness, Nate; Browne, Robert K. & Jones, Owen R. (2013). “Zoo through the Lens of the IUCN Red List: A Global Metapopuation Approach to Support Conservation Breeding Programs”. PLOS one https://doi.org/10.1371/journal.pone.0080311
Garner, Joseph P. & Mason, Georgia J. (2002). “Evidence for a Relationship between Cage Stereotypies and Behavioural Disinhibition in Laboratory Rodents”. Behavioural Brain Research, Vol. 136, Issue 1, pp. 83-92. http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0166432802001110
Mason, Georgia & Latham, N.R. (2004). “Can’t Stop, Won’t Stop: Is Stereotypy a Reliable Animal Welfare Indicator?”. Animal Welfare, 13, pp. 57-69.
Meehan, Cheryl L.; Mench, Joy A.; Carlstead, Kathy & Hogan, Jennifer N. (2016). “Determining Connections between the Daily Lives of Zoo Elephants and Their Welfare: An Epidemiological Approach”. PLOS one https://doi.org/10.1371/journal.pone.0158124
Moss, A.; Jensen, E. & Gusset, M. (2014) A Global Evaluation of Biodiversity Literacy in Zoo and Aquarium Visitors. Gland: WAZA Executive Office.
https://www.eoswetenschap.eu/natuur-milieu/moet-de-zoo-dicht