De kosten van koffie
De koffie industrie heeft een lange geschiedenis van kolonialisme en uitbuiting van mensen. Veel mensen weten echter niet dat koffie vandaag de dag nog steeds sterk gelinkt is aan slavernij, kinderarbeid en andere vormen van uitbuiting. Koffie is een van de meest verhandelde goederen in de wereld en wordt vaak geproduceerd in arme landen. Het wordt geteeld in zo’n 80 tropische landen en 125 miljoen mensen in Latijns Amerika, Afrika en Azië werken in de koffie industrie. De grootste koffieproducenten zijn Brazilië, Vietnam en Colombia. Door de enorme schaal van koffie productie en de lange keten van boer naar eind product, is het voor grote bedrijven vrijwel onmogelijk te weten waar hun koffie precies vandaan komt, laat staan onder wat voor omstandigheden het geproduceerd is. Dit gebrek aan transparantie en informatie maakt het lastig voor consumenten om een ethische keuze te maken. In deze blog bespreken we wat er bekend is over de problemen in de koffie industrie.
Slavernij
Het gebruik van slaven in niet ongebruikelijk in de koffie industrie. In veel koffieproducerende gebieden heeft de elite grote plantages. De arbeiders die daar werken worden tot slaaf gemaakt door schulden en worden daarna gedwongen om te blijven werken om hun schulden af te betalen, wat onmogelijk is. Ze krijgen vaak minder dan het minimumloon en hebben geen andere keus dan hun eten en andere producten in de dure winkel op de plantage te kopen. Ze moeten vaak lange dagen maken en het is vaak lastig om van de plantage naar een winkel ergens anders te komen. Door de hoge prijzen in de plantage winkels krijgen de arbeiders schulden en blijven ze gebonden aan de plantage. Ook moeten ze soms een stukje land huren of een lening aangaan om medische kosten te betalen, waardoor hele families gedwongen worden om decennialang op de plantage te blijven werken.
Grote koffie bedrijven zoals Douwe Egberts en Nestlé, die 40 procent van alle koffie verkopen geven toe dat ze niet precies weten waar al hun koffie vandaan komt. Ze geven ook toe dat het best mogelijk is dat een deel van hun koffie geproduceerd is door slaven. Volgens de Deense onderzoeksorganisatie Dan Watch is slavernij op koffieplantages vrij normaal, vooral in Brazilië. De Braziliaanse overheid redt elk jaar honderden slaven van plantages, maar heeft verder geen informatie over hoeveel mensen er nog als slaven gehouden worden. Het onderzoek van DanWatch liet zien dat slaven vastgebonden waren, moesten werken met gevaarlijke pesticiden zonder bescherming en op sommige plantages tussen het afval moesten leven en water moesten drinken uit de drinkbak van dieren. Daarnaast werden de slaven op sommige plantages ook bewaakt door gewapende mannen en werden ze mishandeld.
Hoewel de meeste informatie over slavernij in de koffie industrie uit Brazilië komt, is dit toch erg relevant. Brazilië is namelijk de grootste producent en exporteur van koffie. Het land produceert 30% van alle koffie en er werken 8 miljoen mensen op koffieplantages. Daarnaast is van andere landen ook bekend dat er slaven werken in de koffie industrie. Volgens het Department of Labor in de Verenigde Staten is gedwongen arbeid (dus slavernij) ook veelvoorkomend bij koffieproductie in Ivoorkust.
Sommige koffiebedrijven zoals Starbucks en Illy zeggen dat zij weten van welke plantages hun koffie komt en dat ze plantages waarvan bekend is dat ze slaven gebruiken vermijden. Dat is echter nog geen garantie dat hun koffie niet door slaven wordt gemaakt. Daarnaast heeft Nestlé gezegd dat het onmogelijk is voor bedrijven die koffie verkopen om te garanderen dat hun koffie 100% slaafvrij is door de lange productieketen en het gebrek aan transparantie en inspectie.
Kinderarbeid
Kinderarbeid komt ook veel voor in gebieden waar koffie verbouwd wordt, ook al is het verboden in de meeste koffieproducerende landen. Armoede zorgt er vaak voor dat kinderen gedwongen worden om te werken, maar dit houdt de familie in armoede. In Brazilië vonden onderzoekers dat het aantal kinderarbeiders 37 procent hoger was in gebieden waar koffie verbouwd werd en 3 procent minder kinderen gingen naar school in deze gebieden.
In Honduras is 40 procent van de koffie arbeiders kind en zij worden vaak ingehuurd als tijdelijke arbeiders voor een lager loon dan volwassenen. De omstandigheden waaronder deze kinderen werken zijn vaak (ook) niet veilig. Ze worden blootgesteld aan gevaarlijke hoeveelheden zon, moeten werken met gevaarlijke chemicaliën, raken tijdens het werk gewond en worden vaak gedwongen om acht tot tien uur per dag te werken.
Onderzoek in Ivoorkust liet ook zien dat kinderarbeid daar normaal was. Daar is de kinderarbeid bij koffieproductie vaak gelinkt aan cacaoproductie. Cacao en koffie worden daar vaak op dezelfde stukken grond verbouwd, waarbij de koffie in de schaduw van de cacaobomen groeit. Kinderen worden vaak gedwongen om zowel de cacaobonen als de koffiebonen de oogsten.
Finnwatch onderzocht kinderarbeid in Honduras en vond daar ook veel kinderarbeid op koffieplantages. De jongste kinderarbeiders waren pas rond de 5 jaar oud. Daarnaast komt kinderarbeid volgens het Department of Labor van de Verenigde Staten ook voor in Costa Rica, de Dominicaanse Republiek, El Salvador, Guatamala, Guinea, Kenia en Mexico.
Andere mensenrechtenschendingen
Zelfs onder normalere omstandigheden zonder slavernij en kinderarbeid is de productie van koffie vaak niet bepaald mensvriendelijk. Extreem lage lonen, hoge wervingskosten, discriminatie en onveilig werk zijn de standaard. Volgens DanWatch en Finnwatch zijn de leefomstandigheden van koffie arbeiders in Brazilië vaak slecht en komt discriminatie tegen vrouwen, werken zonder contract en werken met gevaarlijke chemicaliën zonder bescherming normaal, zelfs bij gecertificeerde plantages en boeren. Daarnaast liet onderzoek van Finnwatch in India zien dat arbeiders daar vaak een derde van hun lage salaris aan de persoon die hen geworven heeft moeten betalen. Hierdoor wordt vaak ook weer een cyclus van schuld en gedwongen arbeid gecreëerd.
Volgens een rapport over Guatamala krijgen arbeiders daar vaak niet extra betaald als ze overwerken en krijgen ze geen andere voordelen waar ze als werknemers wettelijk recht op hebben. Meer dan de helft van de onderzochte arbeiders kreeg minder dan het minimumloon betaald. Andere veelvoorkomende problemen op koffieplantages waren vieze leefomgevingen, discriminatie tegen vrouwen, geen toegang tot onderwijs en de bedrijven hielden zich vaak niet aan de verplichte gezondheids- en veiligheidsmaatregelen.
Vooral het contrast tussen de lage lonen van de koffie arbeiders en de topsalarissen van CEO’s van koffiebedrijven is enorm. De gemiddelde koffie arbeider mag blij zijn als hij of zij een paar honderd dollar per jaar verdiend, of dat als ze überhaupt betaald krijgen voor hun werk. Ondertussen verdient de CEO van Starbucks elk jaar 30 miljoen dollar en de CEO van Douwe Egberts 7 miljoen euro. Het probleem is vaak niet dat bedrijven arbeiders niet meer kunnen betalen, maar dat het eindigen van slavernij en kinderarbeid duidelijk geen prioriteit is. En hoewel het leed van in koffieproducerende landen vaak het ergst is, staan veel koffiebedrijven zoals Starbucks er ook om bekend hun werknemers die in rijkere landen in de winkels werken uit te buiten.
Het milieu
Onder natuurlijke omstandigheden groeit de koffieplant in de schaduw van grotere bomen in tropische en subtropische oerwouden. Op koffieplantages kan koffie zowel in de schaduw van andere bomen als in de zon worden verbouwd. Tegenwoordig wordt de meeste koffie in monoculturen in de zon verbouwd omdat dit meer koffie oplevert per vierkante kilometer. Dit is helaas wel slechter voor het milieu en de natuur dan het verbouwen van koffie in de schaduw. Schaduwkoffie voorkomt bodemerosie, behoudt meer biodiversiteit in plant- en diersoorten, verbruikt minder water en zorgt voor minder vervuiling door chemicaliën. Daarnaast zorgt de veranderlijke koffieprijs ervoor dat boeren en arbeiders vaak vrij kwetsbaar zijn. Bij schaduwkoffie kunnen boeren ook andere gewassen verbouwen en zijn ze vaak minder kwetsbaar.
Een ander probleem met koffiemonoculturen in de zon is dat ze de bodem uitputten waardoor de productiviteit al snel naar beneden gaat. Na ongeveer 15 jaar is de grond zo uitgeput dat plantages vaak verlagen(?) worden en er ergens anders een nieuw stuk natuur vernietigd wordt om een nieuwe plantage aan te leggen. Dit is niet alleen slecht omdat er natuur vernietigd wordt, maar ook omdat de verlaten plantage zo nog kwetsbaarder is voor bodemerosie en andere ecologische problemen en niet meer gebruikt kan worden voor landbouw. Volgens een rapport van het WNF draagt de productie van koffie behoorlijk bij aan ontbossing, vooral zonnige monoculturen. In Centraal Amerika zijn er de afgelopen jaren al meer dan 10.000 vierkante kilometers aan bos gekapt voor extra koffieplantages en in 37 van de 50 landen met de meeste ontbossing wordt veel koffie verbouwd.
Ook problematisch bij het gebruik van monoculturen is dat veel koffiesoorten langzaam uitsterven. Hoewel er meer dan 125 soorten koffie bestaan zijn er maar twee soorten koffie die op bijna alle plantages geteeld worden. Meerdere onderzoekers denken dat dit in de toekomst een groot probleem gaat worden en slecht zal zijn voor de boeren. Vooral Arabica koffie, de meest gebruikte koffiesoort, is erg gevoelig voor klimaatverandering. Sommige onderzoekers denken dat 65 tot 100 procent van het gebied waar deze koffiesoort nu verbouwd wordt in 2080 niet meer geschikt is hiervoor. Daarnaast is het bij het gebruik van zo weinig koffiesoorten voor boeren veel lastiger om zich aan te passen aan klimaatverandering en om plagen en ziektes op te lossen.
Verder is ook het gebruik van kunstmest (vooral bij de monoculturen) en pesticiden een groot probleem door de milieuvervuiling die dit veroorzaakt. Koffie is zelfs het derde meest bespoten gewas in de wereld. Naast het feit dat dit waarschijnlijk niet echt gezond is, veroorzaakt dat ook veel vervuiling die ook in natuurgebieden terechtkomt.
Ook het verwerken van koffie is slecht voor het milieu. De meeste koffie wordt nat verwerkt, waarvoor enorme hoeveelheden water nodig zijn. Daarnaast veroorzaakt dit veel vervuild afvalwater wat een grote bron van watervervuiling is in koffieproducerende landen en wat vaak tot eutrofiëring leidt. Naast watervervuiling zorgt de verwerking van koffie ook voor andere soorten vervuiling. De bonen moeten gescheiden worden van de schil en het vruchtvlees. In 6 maanden tijd veroorzaakte het verwerken van koffie in Centraal Amerika meer dan 1.1 miljoen ton aan dit soort restafval in 1988 en wat elke dag 110.000 kubieke meter aan water vervuilde. Aangezien koffie in meer gebieden verbouwd wordt en de productie van koffie sinds 1988 alleen maar is toegenomen ligt de afvalproductie vandaag de dag waarschijnlijk een stuk hoger. Soms wordt dit afval gebruikt om biogas of diervoeding te maken, maar het meeste wordt nog steeds in rivieren gedumpt, waar het extra watervervuiling veroorzaakt.
Uit onderzoek in Brazilië blijkt dat 11.400 kilo water, 94 kilo diesel, 900 kilo kunstmest, 10 kilo pesticiden 620 kilo andere stoffen (zoals lijmsteen om de zuurtegraad van de grond te verbeteren) nodig zijn om 1000 kilo koffie te maken. Er zijn natuurlijk ook andere producten waarvoor veel grondstoffen nodig zijn en die veel vervuiling veroorzaken, maar het is belangrijk om wel te bedenken dat koffie een luxe product is. De meeste koffie wordt verkocht in maar 17 procent van alle landen en we kunnen ook prima zonder.
Dieren
De productie van koffie is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook slecht voor dieren. Zoals al genoemd veroorzaakt de productie van koffie veel ontbossing, waardoor er dieren doodgaan en de biodiversiteit afneemt. Daarnaast zorgt de focus op zonnige monoculturen ook voor een afname van biodiversiteit en lijden er veel dieren door vervuiling.
Daarnaast worden dieren soms ook gebruikt voor het maken van speciale koffie. Een voorbeeld daarvan is kopi luwak, een Indonesische koffie. Om dat te maken krijgt de loewak, een katachtige, koffiebonen te eten. Tijdens het verwerken in het lichaam van de loewak krijgen de koffiebonen een andere smaak en die worden weer uit de poep van de loewak gewonnen. Dit klinkt misschien niet smakelijk, maar loewaks worden wel in gevangenschap gehouden om deze koffie te maken. In Thailand krijgen olifanten koffiebonen te eten om Black Ivory Coffee te maken. Volgens een rapport worden zelfs olifanten in sanctuaries hiervoor gebruikt omdat het de olifanten niet zou schaden. Uiteraard is dit wel gewoon een vorm van exploitatie.
Keurmerken
Aangezien de productie van koffie zo veel leed en vernietiging veroorzaakt vraag je je misschien af of er koffiemerken zijn die hun koffie op een ethischere manier maken. Hieronder bespreken de Fairtrade, Rainforest Alliance en biologische keurmerken en of ze een verschil maken.
Fairtrade
Het idee achter Fairtrade is om boeren een eerlijkere prijs te geven voor hun producten zodat ze een beter leven kunnen leiden. Inmiddels is al zo’n 30 procent van alle koffie Fairtrade. Volgens Fairtrade helpen de extra inkomsten om ontwikkelingsprojecten op te zetten en om voor gezondheidszorg te betalen en beschermt het ze tegen plotselinge prijsveranderingen. Onderzoek heeft echter laten zien dat het extra geld dat boeren krijgen voor Fairtrade vaak niet genoeg is. Boeren moeten samenwerken in cooperatives om Fairtrade certificering aan te vragen, maar daarna is het vaak moeilijk voor ze om de schuld die ze bij de organisatie die de boeren samen brengt hebben opgelopen terug te betalen, zeker met ook nog een steeds lager wordend inkomen omdat de basisprijs voor koffie steeds lager wordt. Daardoor is Fairtrade geen garantie dat boeren het goed hebben of niet in slavernij terechtkomen. Daarnaast is Fairtrade koffie, net als bij cacao, een mengsel van Fairtrade koffie en ‘normale’ koffie. Hoewel Fairtrade een stap in de goede richting kan zijn is het volgens onderzoekers niet de oplossing voor de problemen rondom schulden en slavernij.
Rainforest Alliance keurmerk
Het Rainforest Alliance keurmerk zegt niks over de omstandigheden voor mensen waaronder het geproduceerd is en Rainforest Alliance geeft koffieboeren geen vaste prijzen. Ze focussen zich wel op het milieu en boeren die dit keurmerk krijgen moeten aan bepaalde regels voldoen zoals geen ontbossing veroorzaken en de koffie in de schaduw van andere planten verbouwen. Dit keurmerk is, net als Fairtrade, echter wat misleidend omdat koffie met een Rainforest Alliance keurmerk maar voor 30 procent uit koffie van boeren met een Rainforest Alliance keurmerk bestaat. De overige 70 procent is ‘gewone’ koffie die niet aan de keurmerkvoorwaarden voldoet. Daarnaast wordt Rainforest Alliance ook wel bekritiseerd omdat het hele lage milieueisen zou stellen en niet erg streng zou zijn, waardoor het keurmerk eigenlijk weinig betekenis heeft.
Biologische koffie
Om het keurmerk voor biologische koffie te krijgen moet het geproduceerd zijn zonder synthetische pesticiden of kunstmest. Maar, zoals al genoemd werd in de blog over biologisch eten, dat is niet per se beter voor het milieu. Daarnaast levert biologische teelt per hectare minder op, waardoor er meer land nodig is om dezelfde hoeveelheid koffie te verbouwen. Dit is niet alleen slecht voor het milieu (meer boskap), maar hierdoor is biologische koffie voor de boeren vaak ook niet beter. Ze krijgen wel iets meer betaald voor een kilo koffie, maar kunnen ook minder oogsten en moeten vaak meer uitgeven aan bijvoorbeeld natuurlijke bestrijdingsmiddelen.
Ons advies
Koffie met een Fairtrade, Rainforest Alliance of biologisch keurmerk is duidelijk niet veel beter dan koffie zonder keurmerken en de meeste problemen worden er niet door opgelost. Wat is dan wel een ethische keuze. Sommige mensen kopen hun koffie bij kleine bedrijven die hun koffie direct van de boeren kopen. Volgens een onderzoek van Finnwatch is dat echter ook lang niet altijd beter. Veel consumenten geloven dat dit soort koffie beter en ethischer geproduceerd is, maar dit is vaak gebaseerd op vertrouwen en ongegronde veronderstellingen. Ook is het kopen van duurdere merken geen garantie dat het onder betere omstandigheden geproduceerd is. Daarnaast maken sommige onderzoekers zich zorgen om wat er zal gebeuren als de prijs voor koffie in de toekomst omhoog gaat. Dat zou goed zijn voor de boeren, maar onderzoekers zijn bang dat mensen in koffieproducerende landen hierdoor nog meer land zullen ontbossen om extra koffie te gaan produceren. Daarom is de beste optie eigenlijk om gewoon geen koffie meer te kopen of te drinken. Aangezien het een luxeproduct is kunnen we makkelijk zonder. Is jouw dagelijkse kopje koffie al het mensen- en dierenleed en de schade aan de natuur het waard?
Wil je minder koffie gaan drinken of zelfs helemaal stoppen met koffie drinken. Doe dan mee met onze koffie challenge en drink de hele maand april geen koffie.
https://www.facebook.com/events/190200701765142/
Bronnen:
https://www.ad.nl/economie/douwe-egberts-koopt-mogelijk-slavenkoffie~a3f9072a/
https://www.finnwatch.org/en/news/412-child-labour-and-low-wages-still-common-in-coffee-cultivation
https://www.sustainablebusinesstoolkit.com/environmental-impact-coffee-trade/
https://www.theguardian.com/environment/2011/oct/04/green-coffee
https://www.dol.gov/ilab/reports/child-labor/list-of-goods/
Food Empowerment Project
Associated Press, “Coffee from an elephant’s gut fills a $50 cup,” USA Today, December 7, 2012.
Bacon, C. (2005). “Confronting the Coffee Crisis: Can Fair Trade, Organic, and Specialty Coffees Reduce Small-Scale Farmer Vulnerability in Northern Nicaragua?”. World Development, 33(3): pp. 497-511.
Beyene, A., et al. (2012). “The Impact of Traditional Coffee Processing on River Water Quality in Ethiopia and the Urgency of Adopting Sound Environmental Practices”. Environmental Monitoring and Assessment. 184(11): pp. 7053-7063.
Blackman, A., et al. (2005). “Deforestation and Shade Coffee in Oaxaca, Mexico: Key Research Findings. Resources for the Future Discussion Paper” 39. 1-12. http://www.rff.org/RFF/documents/RFF-DP-05-39.pdf (5/27/14)
Chanakya H.N. & De Alwis A. A. P. (2004). “Environmental Issues and Management in Primary Coffee Processing”. Process Safety and Environmental Protection 82(B4): pp. 291-300.
COVERCO. (2003). “The Culture of Coffee in Guatemala”. http://www.coverco.org.gt/e_coffeinguatemala.html (5/27/14)
FAO Commodities and Trade Division. (2004). “Voluntary Standards and Certification for Environmentally and Socially Responsible Agricultural Production and Trade”. Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations. http://www.fao.org/docrep/007/y5763e/y5763e00.htm#Contents(6/5/14)
Farm Certification. (n.d.). Retrieved December 05, 2017, from https://www.rainforest-alliance.org/business/sas/how-certification-works/farm-certification/
Gaveau, D.L.A., et al. (2009). “Three decades of deforestation in southwest Sumatra: effects of coffee prices, law enforcement and rural poverty”. Biological Conservation 142 (3): pp. 597-605.
International Programme on the Elimination of Child Labour (2004). “Safety and Health Fact Sheet: Coffee. Geneva: International Labour Organization”. http://www.ilo.org/ipecinfo/product/download.do?type=document&id=5708 (5/27/14)
Kaye, M. (2008). “Arrested Development: Discrimination and Slavery in the 21st Century”. London: Anti- Slavery International. http://www.antislavery.org/includes/documents/cm_docs/2009/a/arresteddevelopment.pdf (5/27/14)
Kruger, D. I. (2007). “Coffee Production Effects on Child Labor and Schooling in Rural Brazil. Journal of Development Economics”. 82(2), pp. 448-463.
Lynn, G., Rogers, C., “Civet cat coffee’s animal cruelty secrets,” BBC News, September 13, 2013.
Person, L. (2008). “Ethics and Environment in the Coffee Sector – Linking CSR to the Consumer’s Power in the Context of Sustainable Development”. http://hj.diva-portal.org/smash/get/diva2:5391/FULLTEXT01.pdf (5/27/14)
Valkila, J. (2009). “Fair Trade Organic Coffee Production in Nicaragua – Sustainable Development or a Poverty Trap?” Ecological Economics. doi:10.1016/j.ecolecon.2009.07.002
Wilson, B.R. (2010). “Indebted to Fair Trade? Coffee and Crisis in Nicaragua”. Geoforum 41(1): pp. 84- 92.
Mensenrechtenschendingen in de thee-industrie - The Green Vegans
1st juli 2019 @ 10:40 am
[…] per se beter is en het is zeker geen garantie dat het leedvrij is. In de blogs over cacao en koffie besproken we al dat Fairtrade lang niet altijd betekent dat arbeiders er een eerlijke prijs voor […]