Is kweekvlees vegan?
Al een paar jaar zijn onderzoeken naar kweekvlees in volle gang. In 2013 werd de eerste kweekvleesburger gemaakt en sindsdien zijn er meerdere vormen van kweekvlees ontwikkeld. Er wordt verwacht dat de prijs in de komende jaren omlaag zal gaan en dat het dan in de supermarkt verkrijgbaar wordt voor dezelfde of misschien wel een lagere prijs dan vlees afkomstig van dieren. Hoewel uit onderzoek blijkt dat veel mensen die vlees eten niet openstaan voor kweekvlees is het niet ondenkbaar dat het in de toekomst toch populair zal worden. Aangezien beide soorten vlees precies hetzelfde zijn is er geen rationele reden om kweekvlees niet te willen. De vraag is echter wel of dit een positieve ontwikkeling is. In deze blog bespreken we de voor- en nadelen van kweekvlees vanuit een veganistisch perspectief.
Gezondheid
De grootste voordelen van kweekvlees hebben te maken met gezondheid. Hoewel veel mensen geloven dat kweekvlees vast erg ongezond zal zijn is het eigenlijk een stuk gezonder dan vlees wat van een dier komt. Kweekvlees bestaat uit dierlijke cellen en is daarom precies hetzelfde als een stuk vlees van een dier en heeft verder geen modificatie of manipulatie nodig. De cellen hoeven alleen in een voedselrijke omgeving gehouden te worden zodat de cellen zich kunnen vermenigvuldigen, net zoals in het lichaam van een dier. Een belangrijk verschil is dat we kunnen kiezen om alleen cellen van het gezondste deel van een dier te kweken, zonder vettere en ongezondere stukken vlees over te houden zoals bij de slacht van een dier gebeurt. Daarnaast worden bij het maken van kweekvlees geen antibiotica of andere medicijnen gebruikt, wat helpt om het gevaar van resistente bacteriën tegen te gaan. Verder is kweekvlees ook een stuk schoner en hygiënischer waardoor het risico op voedselvergiftiging sterk verminderd wordt. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat in Nederland de helft van al het kippenvlees poepbacteriën bevat. Bij kweekvlees zal dit nooit het geval zijn. Ook andere bacteriën en dierenziektes die nu nog in het meeste vlees voorkomen zijn met kweekvlees makkelijk te vermijden.
Het milieu
Overgaan op kweekvlees zou veel milieuvervuiling kunnen besparen, maar hoeveel is nog niet duidelijk. Het maakt namelijk een enorm verschil onder welke omstandigheden kweekvlees gemaakt wordt.
Een onderzoek uit 2011 concludeerde dat er voor het maken van kweekvlees 7-45% minder energie nodig is, 78-96% minder broeikasgassen uitgestoten worden, 99% minder land nodig is en 82-96% minder water in vergelijking met de gangbare veeteelt. Hoewel de onderzoekers toegeven dat de precieze invloed onduidelijk concludeerden ze wel dat de negatieve invloed op het milieu bij kweekvlees een stuk minder was. Helaas wordt de methode om kweekvlees te maken die deze studie onderzocht nog niet gebruikt. Daarom is het onduidelijk wat precies de milieu-impact is van de methodes die al wel gebruikt worden.
Aangezien voor de productie van vlees op het moment enorme hoeveelheden water, land en andere grondstoffen nodig zijn is het vrij waarschijnlijk dat kweekvlees milieuvriendelijker zal zijn. Ook zal er waarschijnlijk minder uitstoot zijn van broeikasgassen, vooral methaan. Uit een onderzoek uit 2014 bleek dat een andere methode om kweekvlees te maken meer energie en water kostte dan het produceren van kip in de gangbare veeteelt. Er werd echter wel een hoop land bespaard en de uitstoot van broeikasgassen was veel lager. Vooral het energieverbruik van kweekvlees is nog erg onduidelijk. Onderzoekers die de eerste versies van kweekvlees hebben gemaakt en getest merkten op dat het niet precies hetzelfde smaakt als vlees van een dier. Dat komt omdat de spieren nooit gebruikt zijn. Om kweekvlees precies hetzelfde te laten smaken als vlees van dieren zal er meer energie en extra technologie nodig zijn om de spieren te bewegen.
Hoewel het vrij zeker is dat kweekvlees een verbetering zal zijn voor het klimaat, is het dus nog erg onduidelijk hoeveel winst hier precies mee gemaakt kan worden. Daarnaast zal kweekvlees nooit zo efficiënt en milieuvriendelijk zijn als een geheel plantaardig dieet. Daarom is het voor vegetariërs en veganisten milieuvriendelijker om vleesloos te blijven eten, zelfs wanneer kweekvlees op de markt komt.
De dieren
Hoewel er voor het maken van kweekvlees veel minder dieren nodig zijn kan het niet zonder dieren gemaakt worden. Sommige dieren die nu bij het ontwikkelen van kweekvlees gebruikt worden zijn niet echt nodig. Voor het maken van de beroemde burger van Mosa Meats werd bijvoorbeeld eipoeder gebruikt om de smaak te verbeteren, maar dit is niet per se nodig. Helaas zijn er andere dieren en dierlijke producten die wel echt nodig zijn om kweekvlees te kunnen maken, namelijk stamcellen en fetal serum. Dit betekent dat hoewel kweekvlees de levens van miljarden dieren kan redden, het nog steeds niet vegetarisch of veganistisch is en zeker niet vrij is van dierenleed.
Stamcellen
Kweekvlees wordt gemaakt door cellen weg te nemen uit een levend dier en die op te kweken in een laboratorium. Daar vermenigvuldigen de cellen zich net als in een dier om zo een grotere klomp cellen te vormen: een stukje vlees. Dit kan alleen gedaan worden door eerst stamcellen weg te halen uit een levend dier, wat gedaan wordt door middel van een biopsie. De stamcellen van één dier zijn genoeg om enorme hoeveelheden kweekvlees te maken, veel meer dan dat dier van zichzelf zou kunnen produceren. Er zijn dus veel minder dieren nodig om dezelfde hoeveelheid vlees te maken, maar er blijft dus wel een kleine groep dieren nodig om ons regelmatig te voorzien van nieuwe stamcellen. Professor Mark Post van Mosa Meat heeft gezegd dat er voor de productie van kweekvlees altijd dieren nodig zullen zijn en dat slacht ook altijd nodig zal zijn. Sommige onderzoekers geloven dat het in de toekomst mogelijk zal zijn om één stamcel te nemen en die te veranderen in een zelfvernieuwende stamcel. Als dit mogelijk wordt dan hoeven we nog maar één keer een stamcel uit een dier te halen en daarna hebben we geen dieren meer nodig voor stamcellen. Deze technologie bestaat alleen nog niet en de vraag is of dit in de toekomst ook echt mogelijk gaat worden.
Fetal bovine serum
Het grootste ethische dilemma van kweekvlees is fetal serum. Nadat de stamcellen verkregen zijn moeten ze in een groeimedium worden geplaatst om te kunnen overleven en groeien. Hier bestaan niet veel opties voor omdat dierlijke cellen een heel specifieke leefomgeving nodig hebben die lijkt op de omstandigheden in een levend lichaam. In de eerste experimenten met kweekvlees werd een soort dierlijke soep gebruikt als groeimedium. Er is nooit bekend gemaakt uit welke dierlijke onderdelen dit bestond. Tegenwoordig gebruiken alle bedrijven die aan kweekvlees werken fetal serum, meestal verkregen uit koeien en soms uit paarden. Honderdduizenden liters aan fetal serum van allerlei diersoorten worden al gebruikt elk jaar voor experimenten. Meestal gaat dit om experimenten waarin cellen in laboratorium gekweekt worden, omdat fetal serum daar zeer geschikt voor is.
Fetal serum is een substantie die uit het bloed van foetussen onttrokken kan worden. Vaak worden hiervoor de foetussen van koeien gebruikt. De meeste bedrijven die dit doen zijn niet open over de methode die ze hiervoor gebruiken, maar de informatie die wel bekend is laat zien dat dit een goed voorbeeld is van hoe gruwelijk en ziek de vee-industrie is. Wanneer een zwangere koe geslacht wordt wordt de foetus snel uit de baarmoeder verwijderd. Daarna krijgt het kalf zonder verdoving een hartpunctie toegediend. Dit betekent dat een naald in het kloppende hart wordt gestoken. De foetussen moeten minstens 3 maanden oud zijn omdat hun hart anders te klein is hiervoor. Door de hartpunctie wordt het bloed opgezogen en bloedt het kalf dood. Het is van belang dat het kalf in leven blijft tijdens deze procedure die tot wel 35 minuten kan duren. Hoewel experts het er niet over eens zijn of de foetussen pijn voelen of lijden is dit duidelijk een afschuwelijke en ziekelijke manier om een kalf te doden.
Vandaag de dag worden er elk jaar 1 tot 2 miljoen foetussen op deze manier gedood om fetal serum te verkrijgen. Als kweekvlees in de toekomst overal verkocht gaat worden zou dit betekenen dat vele miljoenen extra foetussen ditzelfde lot moeten ondergaan (en hun moeders gefokt en geslacht moeten worden hiervoor). Hoewel alle producenten van kweekvlees fetal serum gebruiken hebben ze wel toegegeven dat dit problematisch is. Het bedrijf Hampton Creek maakte in 2017 bekend dat het van plan is om kweekvlees te maken met een plantaardig groeimedium. Er zijn al andere experimenten geweest waarbij cellen gekweekt zijn met behulp van plantaardig groeimiddel, dus er is hoop dat dit in de toekomst mogelijk is. Sommige mensen zijn nog wel sceptisch over of dit ook mogelijk gaat zijn voor het kweken van vlees voor menselijke consumptie en wanneer. Ook is de vraag of producenten van kweekvlees ook daadwerkelijk over zullen gaan op een plantaardig groeimedium.
Vegan kweekvlees?
Maar wat als de ethische problemen in de toekomst opgelost worden? Als kweekvlees gekweekt kan worden met zelfvernieuwende stamcellen en een plantaardig groeimedium? Persoonlijk zouden wij het dan nog steeds niet eten, aangezien we vlees niet missen en het nog steeds milieuvriendelijker is om gewoon plantaardig te eten. Een mogelijk probleem zou dan zijn dat dieren nog steeds gebruikt worden voor andere dierlijke producten zoals melk, eieren en leer. Voor deze producten worden er gelukkig inmiddels ook alternatieve methodes ontwikkeld dus het is niet erg waarschijnlijk dat dieren nog op grote schaal gehouden zullen worden voor andere dierlijke producten. Er is bijvoorbeeld al melk ontwikkeld die gemaakt wordt met behulp van gist en precies zo smaakt en hetzelfde bevat als dierlijke melk. Een ander probleem met kweekvlees is dat het nog steeds gebaseerd is op het carnisme. Het verandert niks aan het wereldbeeld waarin dieren er zijn om gebruikt te worden en waarin vlees iets is om te eten. Hoewel dit op zich een goed en problematisch punt is, vinden wij wel dat vegan kweekvlees een goede ontwikkeling zou zijn. Hoewel een geheel veganistisch wereld waarin iedereen plantaardig eet veel beter zou zijn voor de dieren, onze gezondheid en het milieu, is het niet erg waarschijnlijk dat dat op de korte termijn gaat gebeuren. Daarom zou vegan kweekvlees in de tussentijd het lijden van honderden miljarden dieren kunnen voorkomen.
Bronnen:
https://www.newyorker.com/magazine/2011/05/23/test-tube-burgers
http://bitesizevegan.com/ethics-and-morality/is-lab-grown-meat-vegan/
https://ieet.org/index.php/IEET2/more/notaro20111005
https://www.businessinsider.nl/memphis-meats-lab-grown-meatballs-2016-11/?international=true&r=UK
https://gizmodo.com/this-biotech-startup-promises-lab-grown-pork-within-fiv-1756365159
Datar, I. & Betti, M. (2010). “Possibilities for an in Vitro Meat Production System”. Innovative Food Science & Emerging Technologies, no. 1, pp. 13–22.
Fessler, Daniel M.T; Arguello, Alexander P.; Mekdara, Jeannette M. & Macias, Ramon (2003). “Disgust Sensitivity and Meat Consumption: A Test of an Emotivist Account of Moral Vegetarianism”. Appetite 41, no. 1, pp. 31–41.
Gstraunthaler, G. (2003). “Alternatives to the Use of Fetal Bovine Serum: Serum-free cell culture”. ALTEX 20(4): 275-281.
Jochems, Carlo E.A. et al. (2002). “The Use of Fetal Bovine Serum: Ethical or Scientific Problem?”. ATLA-NOTTINGHAM- 30, no. 2, pp. 219–228.
Mattick, Carolyn S. et al. (2015). “Anticipatory Life Cycle Analysis of In Vitro Biomass Cultivation for Cultured Meat Production in the United States”. Environmental Science & Technology 49, no. 19, pp. 11941–11949.
Tuomisto, Hanna L. & Teixeira de Mattos, M. Joost (2011). “Environmental Impacts of Cultured Meat Production”. Environmental Science & Technology 45, no. 14: pp. 6117-6123.
Tuomisto, Hanna L. et al. (2014), “Environmental Impacts of Cultured Meat: Alternative Production Scenarios”. Proceedings of the 9th International Conference on Life Cycle Assessment in the Agri-Food Sector (LCA Food 2014), San Francisco, California USA, 8-10 October, 2014, 1360–66.
Verbeke, Wim et al. (2015). “‘Would You Eat Cultured Meat?’: Consumers’ Reactions and Attitude Formation in Belgium, Portugal and the United Kingdom”. Meat Science 102, pp. 49–58.
1st juni 2018 @ 9:53 pm
Goed artikel, dank. ik deel het.