Mensenrechtenschendingen in de thee-industrie
De gemiddelde Nederlander consumeert bijna een kilo thee per jaar. Thee wordt vooral geproduceerd in India, maar ook in andere Aziatische landen en in Afrika en Zuid-Amerika. Helaas komt er bij theeproductie vaak een hoop mensenleed kijken. In deze blog bekijken we wat er bekend is over de werkomstandigheden op theeplantages en andere mensenrechtenschendingen in de thee-industrie.
Slavernij en gedwongen arbeid
Er wordt geschat dat er wereldwijd zo’n 46 miljoen mensen als slaaf werken. Helaas worden slaven vooral ingezet bij het produceren van producten als koffie, suiker en cacao, maar ook op theeplantages worden vaak gelinkt aan slavernij. Daar zijn meerdere redenen voor. Ten eerste verdienen theeplukkers extreem weinig waardoor ze vaak makkelijk in schulden terechtkomen. Vervolgens is het erg lastig voor deze mensen om weer uit de schulden te komen, waardoor ze vaak gedwongen worden om op een plantage te blijven werken waar vaak met geweld voorkomen wordt dat ze weggaan. Elk jaar gaan er honderden mensen op theeplantages dood van de honger omdat ze simpelweg niet genoeg geld hebben voor meer eten en het ze onmogelijk gemaakt wordt om de plantage te verlaten.
Een ander probleem gerelateerd aan slavernij is dat er veel mensen ontvoerd worden, vooral kinderen en pubers. Human trafficking is namelijk vaak gelinkt aan de thee-industrie. Dit is vooral een groot probleem in India en het zijn juist vooral vaak de kinderen van theeplukkers die hiervan het slachtoffer zijn. Omdat theeplukkers zo weinig verdienen is het erg makkelijk om kinderen mee te krijgen met een belofte van eten en/of geld. Kinderen gaan vaak vrijwillig mee met wat later mensenhandelaren blijken te zijn omdat hen beloofd wordt dat ze veel meer geld zullen verdienen dan hun ouders door te werken als huishoudelijke hulp in grote steden. Helaas worden de meeste van deze kinderen verkocht aan families in de grote steden om daar als slaaf voor ze te werken zonder dat ze daar loon voor krijgen en waar ze tegen hun wil gehouden worden. Alleen al in Delhi zijn er naar schatting 100.000 kinderen die op die manier als huishoudslaaf gehouden worden. Elk jaar wordt een klein aantal kinderen gered en zij vertellen vaak over geweld en mishandeling en dat het onmogelijk was om te ontsnappen. Hoewel deze kinderen niet als slaven worden gebruikt op theeplantages zelf, is de thee-industrie toch grotendeels de oorzaak omdat het loon van theeplukkers gewoon te weinig is om van te kunnen leven.
Verder worden er op theeplantages soms ook andere vormen van gedwongen arbeid gebruikt. In sommige landen, waaronder China, worden gevangenen bijvoorbeeld gedwongen om theebladeren te plukken.
Kinderarbeid
Kinderarbeid komt erg veel voor op theeplantages. Veel kinderen zijn gedwongen om hun ouders te helpen met theebladeren plukken omdat de ouders zelf niet genoeg verdienen. Van kinderen op theeplantages in India gaat een veel kleiner deel naar school dan van andere bevolkingsgroepen in India, zelfs wanneer scholen gratis lunch aanbieden. Kinderen moeten niet alleen helpen zodat de familie genoeg verdient, maar ook omdat theeplantages vaak hoge quota’s eisen die voor theeplukkers haast onmogelijk te halen zijn zonder hulp.
Ook in Afrika is kinderarbeid heel normaal. Een onderzoek in West Uganda concludeerde dat daar zo’n 40.000 kinderen als theeplukkers werken, meestal uit armoede. In Malawi werken er ook veel kinderen op theeplantages, vooral omdat hun ouders als theeplukkers te weinig verdienen. Volgens het Department of Labor van de Verenigde Staten komt kinderarbeid voor op theeplantages in Burma, Kenia, Malawi, Rwanda, Tanzania, Uganda en Vietnam. Andere onderzoeken en nieuwsberichten laten echter zien dat er nog veel meer landen zijn waar dit gebeurt. Een onderzoek in Sri Lanka concludeerde bijvoorbeeld dat veel kinderen daar op theeplantages werkten en vaak fysiek, mentaal en sexueel mishandeld werden.
Uitbuiting
Wanneer er op een plantage geen sprake is van slavernij of kinderarbeid dan wil dat nog niet zeggen dat de mensen eerlijk behandeld en niet uitgebuit worden. Een onderzoek van de Wereldbank onderzocht bijvoorbeeld theeplantages in India en ontdekte dat er vaak weinig tot geen sanitaire voorzieningen waren en vaak ook geen goede huisvesting. Daarnaast was er regelmatig geen veiligheidskleding of andere veiligheidsmaatregels om arbeiders die met pesticiden werken te beschermen.
De lage lonen zijn ook een groot probleem. In India verdienen theeplukkers bijvoorbeeld het minste van alle beroepen in het land. Dit vergroot niet alleen de kans op kinderarbeid en slavernij, maar het verlaagt ook de kwaliteit van leven op veel andere manieren. Theeplukkers moeten vaak enorm hard en lang werken. Ook is ondervoeding een veelvoorkomend probleem aangezien deze mensen niet genoeg verdienen om genoeg of gevarieerd genoeg voedsel te kopen. Een onderzoek in Bangladesh ontdekte bijvoorbeeld dat veel mensen op een theeplantage daar tekorten hadden aan voedingsstoffen en infecties van parasieten die gerelateerd zijn aan ondervoeding. Ook is er vaak een gebrek aan gezondheidszorg omdat men dat simpelweg niet kan betalen.
Een ander probleem bij theeplantages in de meeste landen, van Afrikaanse landen tot India en China, is gender discriminatie. In Azië is bijvoorbeeld 95 procent van alle theeplukkers een vrouw. Sommige mensen zeggen daarom dat dit leidt tot emancipatie omdat vrouwen ook zelf geld verdienen. Helaas zorgt genderdiscriminatie ervoor dat vrouwen extra hard moeten werken. Ze verdienen vaak maar de helft van wat mannen op theeplantages of bij andere soortgelijke banen verdienen. Vrouwen hebben vaak ook weinig mogelijkheden om ander werk te doen, waardoor ze geen andere keus hebben dan voor een extreem laag loon theebladeren te plukken. Op deze manier draagt de thee-industrie bij aan het in stand houden van genderongelijkheid.
In India en Sri Lanka dragen theeplantages ook bij aan discriminatie op basis van etniciteit. Op theeplantages werken namelijk vaak mensen van een bepaalde etnische minderheid. In Sri Lanka zijn dat bijvoorbeeld vaak Tamil en Sinhalese mensen wiens families meestal als sinds de koloniale tijd op deze theeplantages werken. Doordat de meeste mensen van deze etnische minderheden op theeplantages werken leven deze minderheden eigenlijk gesegregeerd van de rest van de bevolking. Zo komen verschillende bevolkingsgroepen ook weinig met elkaar in contact en blijft discriminatie op basis van etniciteit bestaan. Daarnaast maakt dit het heel moeilijk voor mensen uit deze families om ander werk te gaan doen, omdat ze buiten de plantage vaak geen sociaal netwerk hebben en vaak geconfronteerd worden met discriminatie.
Alternatieven?
Maar is er ook thee die wél ethisch geproduceerd is? Helaas is het heel lastig om te bepalen of een bepaald soort of bepaald merk thee geproduceerd is met slavernij, kinderarbeid of uitbuiting. Veel bedrijven promoten hun merk graag als ethisch, maar dat wil niet zeggen dat hun product per se beter is en het is zeker geen garantie dat het leedvrij is. In de blogs over cacao en koffie besproken we al dat Fairtrade lang niet altijd betekent dat arbeiders er een eerlijke prijs voor hebben gekregen. Fairtrade producten bestaan uit een mix van Fairtrade en niet-Fairtrade ingrediënten. Daarnaast profiteren arbeiders op Fairtrade gecertificeerde plantages lang niet altijd van deze certificering. Een onderzoek in Uganda en Ethiopië liet bijvoorbeeld zien dat Fairtrade boeren daar gemiddeld minder verdienden dan niet-Fairtrade boeren in hetzelfde gebied die hetzelfde product verbouwden. Helaas blijft de hogere prijs voor Fairtrade producten vooral achter in het land waar het geconsumeerd wordt en gaan er vaak maar een paar centen extra naar het land waar het gemaakt is. Daar komt het vaak niet terecht bij de boer, of in het geval van thee, bij de theeplukkers, maar bij bijvoorbeeld het management van een plantage of bij andere overkoepelende organisaties. Een onderzoek naar Fairtrade thee in India concludeerde dat er nog een hoop te verbeteren valt aan de werkomstandigheden van theeplukkers. Daarnaast werd genoemd dat Fairtrade International meer moet focussen op de theeplukkers en met hen in gesprek moet gaan, in plaats van alleen maar te focussen op plantagemanagers en potentiële klanten.
Een ander soortgelijk initiatief is Ethical Tea Partnership. Helaas focussen zij vooral op ontwikkeling en duurzaamheid en ondernemen niet echt actie om slavernij en kinderarbeid op te lossen. Daarnaast zijn er nog veel merken die beloven hun arbeiders goed te betalen en allerlei voordelen te geven zoals gratis onderwijs of gezondheidszorg, maar vaak worden deze services uiteindelijk niet geleverd. Net als bij koffie en cacao weten grote bedrijven vaak niet waar al hun thee precies vandaan komt en daardoor is het onmogelijk om te garanderen dat hun thee 100% ethisch verantwoord geproduceerd is. Kleinere bedrijven kunnen thee direct bij specifieke plantages inkopen, maar net als bij koffie is ook dat zeker geen garantie dat deze producten ethischer zijn.
Daarom is het meest ethische wat je kunt doen om geen theebladeren meer te consumeren of in elk geval de consumptie ervan te minderen. Pas als de vraag naar thee afneemt worden bedrijven gedwongen om meer aandacht en geld te steken in ethische productie. Mocht je van thee houden, dan zijn er gelukkig wel wat ethische opties. Je kunt bijvoorbeeld je eigen thee groeien door planten te houden zoals een muntplant, citroenmelisse of kamille. Ook kun je soms buiten planten vinden om thee van te maken, zoals brandnetels. Verder kunnen sommige commerciële versies van dit soort theesoorten ook ethisch zijn als ze bijvoorbeeld in Europa geproduceerd zijn, maar dat zul je dan moeten navragen bij de producent.
Bronnen:
https://www.theguardian.com/global-development/2014/mar/02/tea-workers-sold-into-slavery
https://edition.cnn.com/2016/04/07/asia/tea-questions-and-answers/index.html
https://www.hrw.org/news/2017/11/06/world-bank-few-improvements-indias-tea-plantations
https://laborrights.org/industries/tea
https://www.dol.gov/ilab/reports/child-labor/list-of-goods/
https://www.theeliefhebbers.nl/thee-nieuws/theeconsumptie-wereldwijd-wie-drinkt-de-meeste-thee
http://www.ethicalteapartnership.org/
https://www.dol.gov/ilab/reports/child-labor/list-of-goods/
http://www.dailymirror.lk/89339/child-labour-in-the-tea-plantations-in-sri-lanka
https://www.pambazuka.org/activism/malawi-child-labour-tea-sector-pilot-study
http://humantraffickingcenter.org/trafficking-in-the-tea-industry-and-what-can-be-done-about-it/
http://indialics.org/wp-content/uploads/2017/04/2-Karin-Astrid-Siegmann.pdf
https://www.theguardian.com/global-development/2014/may/24/fairtrade-accused-of-failing-africas-poor
https://www.economist.com/business-books-quarterly/2014/07/05/good-thing-or-bad
Bhowmik, Sharit K. (2015). “Living Conditions of Tea Plantation Workers”. Economic & Political Weekly. Vol. 50, No. 46-47.
Gilgen, D.D.; Mascie-Taylor, C.G.N.C.G.N. & Rosetta, L.L. (2001). “Intestinal Helminth Infections, Anaemia and Labour Productivity of Female Tea Pluckers in Bangladesh”. Tropical Medicine and International Health. Vol. 6, no. 6, pp. 449-457.
Guillen, I.C.M. (2007). “O trabalho de Sisifo: ‘escravidao por divida’ na industria extrativa da erva-mate (Mato Grosso, 1890-1945) – The Work of Sisifo: Slavery for Debt in the Extractive Industry of Brazilian Tea (Mato Grosso, 1890-1945)”. Varia história. Vol. 23, No. 38, pp. 615-636.
Qian, Nancy (2008). “Missing Women and the Price of Tea in China: The Effect of Sex-Specific Earnings on Sex Imbalance”. The Quarterly Journal of Economics. Vol. 123, Issue 3, pp. 1251-1285.
Sayur, Manorama (1973). “Labour and Productivity in the Tea Industry”. Economic and Political Weekly. Vol. 8, No. 11, pp. 551-559.